Warm welkom voor tweede lichting minderjarige vreemdelingen in Cadier en Keer
Op het Landgoed Heerdeberg aan de Pater Kustersweg in Cadier en Keer (gemeente Eijsden-Margraten) liggen twee opvanglocaties voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Hier verblijven in totaal 98 jongeren in de leeftijd van 15 tot 18 jaar.
De jongeren, afkomstig uit landen als Eritrea, Somalië en Syrië, staan onder gezag van een voogd van Stichting Nidos. Tijdens hun verblijf worden ze begeleid door COA-medewerkers. Ze zijn leerplichtig en gaan naar school, krijgen eet- en leefgeld en kunnen rekenen op een volledig aanbod aan activiteiten (sport, spel, kunst en muziek). We spreken Olga Sollet, Projectleider Vluchtelingen van de gemeente Eijsden-Margraten, en locatiemanagers Gini de Vries en Evelyn Koejemans over de succesvolle aanpak op ‘hun’ locatie.
Opvang in kleinschalige woonvormen
“Sinds 2022 vangen we hier 48 jongeren op. Ze verblijven in een van de vier paviljoens op het terrein, waar ze een eigen slaapkamer hebben of deze moeten delen. Ook heeft elk paviljoen een gemeenschappelijke woonkamer en keuken, plus een kantoor waar een medewerker aanwezig is als de jongeren thuis zijn”, begint Gini, die als locatiemanager verantwoordelijk is voor deze groep jongeren. Naast de 48 jongeren in de paviljoens verblijven er sinds februari 2023 ook 50 jongeren in het hoofdgebouw op Landgoed Heerdeberg, Huize Sint Joseph. “De jongeren hier verblijven met twee man op één kamer”, verwijst ze naar het gebouw, waar van 2006 tot 2020 de penitentiaire jeugdinrichting Het Keerpunt gevestigd was. Er zaten tralies voor de ramen en het gebouw was omheind. Tot 1982 deed het gebouw lange tijd dienst als weeshuis en internaat. “De tralies en omheining zijn allang verdwenen. De jongeren kunnen gaan en staan waar ze willen en hebben ook de mogelijkheid zelf te koken”, voegt Evelyn eraan toe.
Zorgen zijn van alle tijden
Toen Pater Kusters het landgoed begin twintigste eeuw wilde aankopen om er een voogdijgesticht voor jongens te stichten, ging hier veel discussie met de toenmalige gemeente Heer aan vooraf. Inwoners van de gemeente vreesden voor de veiligheid van hun dochters. “De komst van vluchtelingen – destijds de eersten binnen de gemeentegrenzen – ging ook gepaard met enige bezorgdheid van omwonenden. We zijn niet de enige bewoners van het landgoed. Er liggen woningen en bedrijven, waaronder een evenementenlocatie met twee vakantiewoningen. Ook grenzen er tuinen van particulieren aan het landgoed. Die verschillende groepen hadden elk hun eigen zorgen”, weet Gini nog.
Kritische vragen van omwonenden
De gemeente Eijsden-Margraten en het COA hebben destijds diverse informatiebijeenkomsten georganiseerd, waarvoor iedereen binnen de gemeente een uitnodiging heeft ontvangen. “Mensen maakten zich zorgen over zaken als de culturele verschillen, sociale cohesie, leefbaarheid en veiligheid. Ze stelden kritische vragen. Die zorgen moet je in alle redelijkheid wegnemen. Een van de zorgen was hoe de groep vluchtelingen zich zou gaan verhouden tot de jongeren van jeugdzorginstelling Via Jeugd, die in het hoofdgebouw verblijven”, vertelt Gini.
Weinig tot geen weerstand
Die laatste zorg speelde opnieuw op toen vorig jaar de tweede groep van eveneens alleenstaande minderjarige vluchtelingen zijn intrek nam in het hoofdgebouw. “De ervaringen met de eerste groep waren erg positief. Daarom was er nu weinig tot geen weerstand. Mensen hadden wel vragen, maar verzetten zich niet tegen de komst van een tweede locatie op het terrein”, zegt Evelyn. “We hebben als gemeente ook een initiatief gelanceerd om inwoners te betrekken bij het ondersteunen van vluchtelingen, om nieuwkomers een goede start te bieden. Die vrijwilligers helpen bij het leren van de taal, begeleiden hen naar medische afspraken en maken ze wegwijs in de lokale samenleving”, verwijst Olga naar verschillende vrijwilligers, onder wie een kunstenares, die om de week met een groepje jongeren met kunst in de weer is. “Ook in ons open leercentrum is een vrijwilliger actief, om leerlingen te helpen bij huiswerk en het leren van de taal. Daarnaast helpen vrijwilligers leerlingen in de fietswerkplaats bij het opknappen van hun eigen fiets. De jongeren gaan namelijk allemaal met de fiets naar school”, vult Gini aan.
Gretig om de taal te leren
De school waar Gini het over heeft is het Novo College in Maastricht. “De nadruk hier ligt op het aanleren van de Nederlandse taal en het voorbereiden op de Nederlandse maatschappij. Na zes weken school kunnen de meesten al een basaal gesprek met je voeren in het Nederlands, terwijl veel van hen anders-gealfabetiseerd zijn. Ook buiten school zijn ze intensief met de taal bezig. Veel jongeren hebben bijvoorbeeld een poster op hun kamerdeur hangen met woorden die ze willen leren.
Ze zijn ontzettend gretig om de taal machtig te worden” weet Gini
Muziek helpt bij traumaverwerking
Een universele taal die iedereen beheerst, is muziek. “We hebben een muziekprogramma. Dat helpt bij traumaverwerking en zorgt voor verbinding binnen de groep. Er wordt muziek gemaakt en opgetreden. Sommigen zijn ook lid van een plaatselijke muziekvereniging. Een van de jongens heeft een cd opgenomen en naar zijn moeder gestuurd. We hebben ook een heuse COA’s Got Talent-show georganiseerd, waarbij studenten van de hotelschool in Maastricht de catering hebben verzorgd”, vertelt Gini.
Ingrediënten voor succes
In de twee jaar dat er nu alleenstaande minderjarige vreemdelingen op Landgoed Heerdeberg worden opgevangen, hebben zich geen noemenswaardige incidenten voorgedaan. “We maken hier al twee jaar mee dat het goed gaat, zonder veel kunst- en vliegwerk. Dat komt allereerst door de fijne samenwerking tussen het COA, de gemeenten en Via Jeugd. Zowel in de aanloop als tijdens de opstart. Ten tweede dragen de mooie locatie en prachtige omgeving eraan bij dat de jongeren zich na aankomst al snel veilig en geborgen voelen. Een derde succesfactor is de kleinschaligheid. De helft van de jongeren verblijft in kleine wooneenheden. De andere helft zit weliswaar in het grote hoofdgebouw, maar ook hier is alles kleinschalig georganiseerd”, legt Gini uit.
Eigen regie en zelfstandigheid
“Wat natuurlijk ook helpt, zijn de eigen regie en zelfstandigheid”, vult Evelyn aan. “De jongeren zijn, binnen hun mogelijkheden, zelf verantwoordelijk voor het huishouden. Ze krijgen wekelijks eet- en zakgeld en koken zelfstandig. Overdag zitten ze op school. Ze hebben huiswerk en er is een groot activiteitenaanbod. Van de week heeft een groep bijvoorbeeld nog een grasveld omgespit, waar een moestuin komt. Veel jongens zijn ook lid van voetbalvereniging Scharn, op drie minuten fietsen hiervandaan”, gaat ze verder.
Kansrijke jongeren
“De jongens die we hier opvangen, zijn kansrijke jongeren. Vier op de vijf krijgen uiteindelijk ook een verblijfsvergunning”, zegt Olga, die uitlegt waarom op de locatie uitsluitend jongens worden opgevangen. “Het gros van de alleenstaande minderjarige vluchtelingen bestaat nu eenmaal uit jongens. Vanwege de inrichting van de locatie en de onmogelijkheid om de sanitaire ruimten te scheiden, vangen we hier ook uitsluitend jongens op.”
Vluchten als laatste uitweg
Mensen vragen zich weleens af waarom de meisjes en vrouwen achterblijven, maar dat is goed te verklaren. “De reis is lang, gevaarlijk en fysiek veeleisend. Jongens worden vaker geacht deze gevaren te kunnen trotseren dan meisjes, die tijdens de vlucht juist een verhoogd risico lopen op misbruik en uitbuiting. In conflictgebieden lopen jongens bovendien een groter risico om gerekruteerd te worden als kindsoldaat of om deel te nemen aan gewelddadige groepen. In hun cultuur wordt ook vaak van jongens verwacht dat ze de verantwoordelijkheid dragen voor het welzijn van hun familie. Er wordt bovendien gedacht dat jongens meer kans hebben om werk te vinden en geld naar huis te sturen. Daarom wordt vaak de oudste zoon op pad gestuurd, die daardoor een enorme last op zijn schouders draagt en zich verplicht voelt de reis te laten slagen”, legt Olga uit. “De jongens hebben in hun land van herkomst en op hun reis vaak ontzettend veel narigheid meegemaakt. Dat vraagt ook ontzettend veel van onze medewerkers, die zich met ziel en zaligheid inzetten voor deze jongeren”, besluiten Gini en Evelyn.
Wilt u ook als vrijwilliger een handje helpen op de opvanglocatie(s)? Stuur dan een mailtje naar Yvesse Rubens (managementassistente bij het COA) op [email protected]. Zij kan u meer vertellen over de mogelijkheden.