Ten aanzien van de verduurzaming van Chemelot stelt de Provincie dat het niet alleen gaat om het behalen van forse milieuwinst maar ook om de noodzaak voor Nederland om toegang te houden tot eigen productie van (chemische) basismaterialen. Die vormen de basis van zo’n tachtig procent van de producten die we in het alledaagse leven gebruiken. De oorlog in Oekraïne, en alle internationale spanningen die daarvan het gevolg zijn, tonen aan dat ons land – als onderdeel van Europa – z’n eigen maakindustrie moet koesteren en een duurzame toekomst moet geven. Met alle wetgeving, infrastructuur en financiële middelen die daarvoor nodig zijn.
Economie-gedeputeerde Stephan Satijn: “Limburg heeft zelf de voorbije jaren zeer fors geïnvesteerd in het aanjagen van verduurzaming en innovatie via campusontwikkeling. Niet alleen op Chemelot maar ook via de Brightlands campussen in Venlo, Heerlen en Maastricht. Wij roepen de formerende partijen en het demissionaire kabinet op om, samen met ons en de betrokken bedrijven, daarvan nu de vruchten te gaan plukken. Voor Nederland, en voor Limburg. Chemelot biedt direct en indirect werk aan meer dan 30 duizend mensen, en ook de campussen zorgen voor grote aantallen banen. Die willen we behouden, ontwikkelen en uitbouwen door via verduurzaming en innovatie de toekomst van de maakindustrie in Limburg veilig te stellen. En dat begint met de bereidheid om nú samen te investeren.”
Provincie Limburg kijkt daarbij niet alleen naar Chemelot. Ook de gooi die de regio doet naar het binnenhalen van de Einstein Telescope, moet leiden tot nieuwe innovatieve maakbedrijven en bijbehorende werkgelegenheid. Doel is te komen tot een onderzoekscentrum van mondiale allure, dat in potentie van grotere omvang en waarde wordt dan het Zwitserse CERN. Ter illustratie: aan CERN zijn 4.200 bedrijven verbonden en het instituut kent 13.500 gebruikers en medewerkers. De provincie spoort in haar brief het zittende en toekomstige kabinet aan om in Europees verband een zeer actieve rol te blijven vervullen in de pogingen om de Einstein Telescope naar de Limburgse euregio te halen. De derde propositie in de brief is gericht op de kansen die Limburg ziet voor het faciliteren van de materieelbehoefte van Defensie. Dat gebeurt deels al via de ontwikkeling van materialen op Chemelot, maar er wordt ook gewezen op de brede ervaring die de regio heeft met grootschalige maakindustrie, waaronder het produceren van voertuigen. Vanuit dat perspectief – en de ervaringen met het NAVO-commandocentrum in Brunssum – biedt Limburg zich aan als regio waar de basis onder de Nederlandse en NAVO-veiligheid kan worden ontwikkeld, geproduceerd en paraat kan worden gezet.
De Provincie eindigt haar brief met de constatering dat de drie voorgestelde proposities grote waarde hebben voor Nederland en voor de Limburgse regio. Zij schrijft: “De onderlinge samenhang stelt onze regio in staat om drie fundamentele schaalsprongen te maken. Economisch gezien kan Limburg de sprong maken naar een sterk verbonden, duurzame en grensoverschrijdende kenniseconomie, terwijl er ruimtelijk de kans ligt om een schaalsprong te realiseren naar een groeiregio, met ruimte voor duurzame verstedelijking en hoge groen/blauwe kwaliteit. En daaraan verbonden komt een sociaaleconomische schaalsprong tot stand, waarbij we achterstanden terugdringen; iedereen in de regio een trede hoger op de ladder helpen, maar ook de ladder in z’n geheel omhoog brengen.”