Tot 1 april de tijd
Provincies mochten het Rijk vragen om een ‘voorlopige’ bijdrage aan hun plannen en kregen vanuit Den Haag tot 1 april van dit jaar de tijd om die plannen te concretiseren. Het in totaal door het ministerie gereserveerde geld (1,28 miljard euro) voor het begin van de aanpak van het landelijk gebied moet verdeeld worden tussen alle twaalf provincies. De Provincie Limburg vroeg in eerste instantie om 150 miljoen euro, maar verhoogt die aanvraag nu naar ruim 209 miljoen euro. De Provincie ziet meer kansen, onder meer om zoveel mogelijk bedrijven die willen innoveren, extensiveren of stoppen te ondersteunen.
Samenwerking en duidelijkheid
Om zo goed mogelijk samen te werken, kiest de Provincie voor een aanpak met de Plattelandscoalitie bestaande uit Staatsbosbeheer, Waterschap Limburg, WML, Natuurmonumenten, de Limburgse Land- en Tuinbouwbond, de Natuur- en Milieufederatie Limburg, Stichting Het Limburgs Landschap, regiovertegenwoordigers van gemeenten uit de vier deelgebieden en het ministerie zelf. Met deze werkwijze hoopt de Provincie langjarige duidelijkheid te kunnen bieden aan de betrokkenen in de verschillende gebieden.
De ‘maatregelpakketten’ die nu door de Provincie worden ingediend gaan over:
- herstel en uitbreiding van natuur en bos
- water, hydrologisch herstel en de ‘beekdalbrede’ benadering
- bronmaatregelen m.b.t. stikstof en methaan
Een manier die werkt voor iedereen
Gedeputeerde Léon Faassen: ‘We moeten op weg naar een manier die werkt voor iedereen. Dit is een begin. Het is nu zaak om met goede wil en energie door te gaan, het geld hier in Limburg goed te besteden en de samenwerking verder te blijven ontwikkelen. Dan kunnen we straks met een nieuw kabinet en een bestendige landelijke visie hopelijk in hoog tempo vooruit met z’n allen.’