Gemeenten zijn allereerst zelf verantwoordelijk voor een gezond financieel beleid. Als financieel toezichthouder willen wij er echter graag aan bijdragen, dat gemeenten goed in staat blijven hun rol te vervullen en taken waarmaken. Dat betekent in de praktijk dat wij de eigen verantwoordelijkheid respecteren, maar reageren op risico’s die tot financiële problemen kunnen leiden.
Verdiepingsonderzoeken per gemeente
We onderzoeken vanaf 2006 elke Limburgse gemeente een keer in de vier jaar met een verdiepingsonderzoek (VDO). Op basis van het onderzoeksrapport bekijkt Gedeputeerde Staten (GS) of de gemeente voor de volgende vier jaar het lichte, repressieve, toezicht kan krijgen. Soms stelt GS hier voorwaarden bij.
Bekijk de meest recente onderzoeken bij de Limburgse gemeenten.
Preventief toezicht
Gedeputeerde Staten moet de financiële situatie van een gemeente als zwak beoordelen, en preventief toezicht instellen als:
- de begroting naar hun oordeel niet in structureel en reëel evenwicht is en
- de meerjarenraming te weinig laat zien dat een gezond evenwicht mogelijk is.
Bij preventief toezicht moeten GS de begroting eerst goedkeuren, voordat de gemeente met de uitvoering kan beginnen.
Gedeputeerde Staten kunnen preventief toezicht instellen als de begroting of de jaarstukken te laat zijn ingezonden.
Repressief toezicht
Repressief toezicht betekent dat de gemeente haar vastgestelde begroting en begrotingswijzigingen kan uitvoeren, zonder dat de Provincie dat vooraf moet goedkeuren. Het is de lichtste vorm van toezicht. Soms zullen Gedeputeerde Staten hierbij wel voorwaarden stellen.
Kaders voor toezicht
De Provincie baseert haar toezicht op een aantal wettelijke bepalingen in de Gemeentewet en enkele specifieke wetten. De beleidskaders die hieruit volgen beschrijven hoe het toezicht in de praktijk vorm krijgt en welke normen we daarbij hanteren.