In het coalitieakkoord 2023-2027 ‘Elke Limburger telt’ is aangeven: “Het Limburgse landschap is van ons allemaal. Het vertegenwoordigt een waarde op zichzelf. Ook de niet-beschermde delen moeten we koesteren, zodat ook toekomstige generaties nog kunnen genieten van alles wat Limburg te bieden heeft. We willen daarom meer mensen betrekken bij de omgeving en boeren, natuurbeheerders, bedrijven en inwoners samen voor het landschap laten zorgen.” Dit betekent dat wij initiatieven van vrijwilligers, agrariërs en andere inwoners stimuleren die gericht zijn op het onderhouden en beheren van lokale landschappen en natuur. Dat kan individueel, maar liever nog in een duurzaam collectief.
Landschapsbeheer in Limburg
Steunpunt landschapsbeheer Limburg
Voortkomend uit de verkenning Toekomst Landschapsbeheer Limburg is het Steunpunt landschapsbeheer Limburg opgezet, waarmee gestalte wordt gegeven aan de uitvoeringskracht van het landschapsbeheer. Dit gebeurt door de inzet en facilitering van vrijwilligers. Gedeputeerde Staten ondersteunen het steunpunt. Het Steunpunt heeft op dit moment een aantal taken, zoals:
- de inrichting van een servicecentrum voor vrijwilligers in het landschapsbeheer
- een groenloket voor burgers
- het organiseren van een jaarlijkse vrijwilligers dag
- verzorgen van cursussen en trainingen
- inbreng leveren voor de landelijke Monitor Landschap
- aanhaken bij landelijke initiatieven en mogelijkheden voor fondsenwerving benutten en
- het verzorgen van afstemming tussen verschillende Limburgse organisaties die op uitvoeringsniveau bezig zijn met het landschap en vrijwilligers.
Subsidie Landschapselementen en Voedselbossen 2023-2024
Om het aanleggen, herstellen en beheren van (groenblauwe) landschapselementen en voedselbossen mogelijk te maken is de Subsidie Landschapselementen en Voedselbossen 2023-2024 opgesteld met een looptijd van 15 augustus 2023 tot 1 januari 2025. Voor 1 oktober 2024 moeten aanvragen binnen zijn.
LEADER programma
Vanuit het LEADER programma worden initiatieven - van onderop - ondersteund, die bijdragen aan het verbeteren van de leefbaarheid op het platteland. LEADER betreft een Europees programma waarbij met name lokale gemeenschappen zelf uitgedaagd worden met concrete kleinschalige uitvoeringsprojecten te komen die hun leefomgeving verbeteren. Daarbij speelt natuur en landschap en de cultuurhistorie van dat landschap vaak een belangrijke rol. LEADER kenmerkt zich door een bottom-up en programmatische aanpak met doelen die zijn vastgelegd in een Lokale Ontwikkelingsstrategie (ofwel LOS, een soort gebiedsplan). Gedeputeerde Staten ondersteunen de nieuwe periode van het EU-programma LEADER tot en met 2027 (Zuid-Limburg en Weerterland) waarvan openstelling in 2024 is voorzien.
Programma Landschap
Op 20 december 2022 hebben Gedeputeerde Staten het Programma Landschap 'Mooi Limburg. Samenwerken aan de identiteit van het Limburgs Landschap' vastgesteld. Hiermee geven Gedeputeerde Staten invulling aan het eerdere verzoek van Provinciale Staten om een Programma Landschap op te stellen. De programmadoelen zijn de volgende:
- Behoud van het Limburgs landschap door meer bescherming van unieke en kwetsbare landschappelijke kernkwaliteiten inclusief cultureel erfgoed.
- Het bevorderen van de kwaliteit van het Limburgse landschap via de grote programma’s en transities.
- Het verbeteren van het beheer van het Limburgs landschap;
- Het waarderen, koesteren en stimuleren van de beleving van het Limburgse landschap.
- Versterken van het verhaal dat het landschap vertelt.
Om samen te werken aan de kwaliteit en identiteit van het Limburgse landschap zijn vanuit de programmadoelen vijf actielijnen met acties uitgewerkt:
- Actielijn 1:
- 1A. Ontwerp, ontwerpend onderzoek en ruimtelijke opgaven
- 1B. Borging ruimtelijke kwaliteit bij grote programma’s en transities
- Actielijn 2. Landschap en ruimtelijke ordening
- Actielijn 3. Waardestelling landschap, kennisontwikkeling en -overdracht
- Actielijn 4. De regio in zijn kracht. Ondersteunen van processen en vormen van samenwerking in de regio
- Actielijn 5. Beheer samen slim organiseren (inbreng Verkenning Toekomst Landschapsbeheer)
Nationale parken en Grensparken
De Parken zijn de parels in het Limburgse landschap; zij verdienen onze bijzondere aandacht.
De drie 3 Nationale parken in Limburg
De Nationale Parken richten zich op de bescherming en ontwikkeling van natuur en landschap, natuurgerichte recreatie, educatie, voorlichting en onderzoek. Limburg heeft drie door het Ministerie van LNV aangemerkte Nationale Parken, te weten de Meinweg, de Maasduinen en de Groote Peel (de laatste in transitie naar Nationaal Park Peelvenen). Het nationale Beleidsprogramma Nationale Parken 2024-2030 geeft aan hoe parkorganisaties, provincies, Rijk en partners de komende jaren invulling aan de parken willen geven; de kern is doorontwikkeling naar robuuste natuur en landschapsgebieden met onthaalfunctie.
Om bij te dragen in de kosten voor de ontwikkeling van de Nederlandse Nationale parken heeft LNV voor de periode 2024-2030 extra middelen gereserveerd. De individuele parken hebben hiertoe in 2023 gebiedsplannen opgesteld. De Provincie ondersteunt de transitie van de Nationale Parken en is samen met de parken en het Rijk in overleg hoe het beste invulling gegeven kan worden aan de transitie.
De Grensparken in Limburg
Door de unieke ligging van Limburg werken wij samen in een aantal grensoverschrijdende parken: Maas-Swalm-Nette, Kempen-Broek, Grenzeloos Bocageland, Rivierpark Maasvallei en het Drielandenpark. Deze Grensparken richten zich op grensoverschrijdende projecten rondom natuur, landschap en vrijetijdseconomie. Ze helpen ons bij het werken aan grensoverschrijdende kansen en opgaven, zoals bijvoorbeeld rondom recreatie, water, natuur en landbouw. Tevens bieden ze extra kansen op Europese subsidies.
Nationaal Landschap Zuid-Limburg
Het landschap van Zuid-Limburg is zo uniek dat het sinds 2005 de status van Nationaal Landschap draagt. Jaarlijks bezoeken zo’n 13 miljoen mensen het Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Hiervan bezoekt 70% Zuid-Limburg specifiek voor het landschap. Om de kwaliteit van het landschap op peil te houden stemmen overheden en stakeholders samen de ontwikkelingen in het Nationaal Landschap Zuid-Limburg af in het Bestuurlijk overleg Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Via de grote programma’s zoals het Limburgs Programma Landelijk Gebied wordt door het realiseren van doelen voor natuur, water en klimaat ook gewerkt aan versterking van de landschappelijke kwaliteit.
Handvat Kernkwaliteiten Nationaal Landschap Zuid-Limburg (NLZL)
De kernkwaliteiten van het landschap zijn de waarden die zorgen voor herkenbaarheid en onderscheid van de landschapstypen. Het doel van het Handvat is om informatie over de kernkwaliteiten van NLZL eenduidig te ontsluiten en praktisch toepasbaar maken ter ondersteuning van het integraal ontwerpen van een ruimtelijke ontwikkeling. Het Handvat bestaat uit twee onderdelen; een GIS-viewer en een naslagwerk waarin de informatie uit de GIS-viewer gebundeld is en verdiepende informatie wordt geboden over bepaalde onderwerpen. Deze informatie is ook op te vragen in de viewer.
Landschapskader Noord- en Midden-Limburg
Landschap is belangrijk voor burgers, maar ook voor bestuurders en ondernemers. Niet alleen als decor, maar steeds nadrukkelijker ook als ruimte om in te werken, te wonen en te recreëren. Het is dan ook van belang om de kwaliteit te behouden en waar mogelijk te verbeteren. Het Landschapskader Noord- en Midden-Limburg geeft inzicht in de kernkwaliteiten van het huidig landschap, maar ook in de kansen die dat landschap biedt voor de toekomst. Daarmee kan het beleidsmakers en initiatiefnemers inspireren tot ruimtelijke ontwikkelingen die bijdragen aan een aantrekkelijker landschap.
Initiatiefnemers van zowel aan landbouw en natuur (groene), aan water (blauwe), als aan bebouwing en infrastructuur (rode) gerelateerde ontwikkelingen, kunnen aan de hand van het Landschapskader nagaan welke ontwikkelingen op een bepaalde plek landschappelijk gezien wenselijk en mogelijk zijn.
Het Landschapskader en het Handvat kernkwaliteiten bieden een handreiking voor initiatiefnemers van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen om antwoord te geven op de motiveringsvraag van de landschappelijke kernkwaliteiten uit de Omgevingsverordening Limburg 2014. (Per 1 januari 2024 treedt de Omgevingsverordening Limburg 2021 in werking).
In de Omgevingsverordening bij het Provinciaal Omgevingsplan (POVI 2021) wordt de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan gevraagd om een beschrijving te geven van de kernkwaliteiten van de te ontwikkelen locatie en haar omgeving. De initiatiefnemer geeft daarbij aan op welke wijze de voorgenomen ontwikkeling zorgt voor het behoud of de ontwikkeling van de aanwezige kernkwaliteiten en hoe eventuele negatieve effecten worden gecompenseerd.