Stappen voor het Soortenmanagementplan (SMP)
Gemeenten, woningcorporaties, projectontwikkelaars of particulieren die gaan bouwen, verbouwen of verduurzamen in de gebouwde omgeving gaan:
- Eerst ecologisch onderzoek doen naar de aanwezigheid van beschermde vogels en vleermuizen.
- Vervolgens maatregelen nemen om het doden of verwonden van de aanwezige beschermde soorten te voorkomen.
- Tenslotte een omgevingsvergunning aanvragen als er beschermde soorten aanwezig zijn.
Gebiedsgerichte omgevingsvergunning
Het ecologisch onderzoek, de maatregelen en de omgevingsvergunning kunnen per project uitgevoerd en aangevraagd worden. Maar een gemeente kan ook in één keer voor de gehele gemeente een ecologisch onderzoek doen en maatregelen nemen op gebiedsniveau. De gemeente beschrijft dit ecologisch onderzoek en de maatregelen op gebiedsniveau in een Soortenmanagementplan. Het opstellen van een Soortenmanagementplan duurt zo’n een à twee jaar. Het plan dient de gemeente in bij de provincie. Op basis van het Soortenmanagementplan kan de provincie vervolgens aan de gemeente voor tien jaar een gebiedsgerichte omgevingsvergunning verlenen.
Pre-SMP met tijdelijke gebiedsgerichte omgevingsvergunning
Tijdens de looptijd van het ecologische onderzoek voor een SMP kan een gemeente gebruik maken van een pre-SMP met een daarbij behorende twee jaar durende gebiedsgerichte omgevingsvergunning.
Meer weten of hulp nodig?
Meer informatie over het opstellen van een Soortenmanagementplan staat in de Handreiking opstellen Soortenmanagementplannen en pre-Soortenmanagementplannen in Limburg (pdf, 1.8 MB). Met een toelichting over de soorten waarvoor het Soortenmanagementplan toepasbaar is, de nulmeting, het mitigatie- en compensatieplan en het monitoringsplan. Vragen over het Soortenmanagementplan, de uitvraag voor het ecologisch onderzoek en subsidiemogelijkheden voor gemeenten kunt u sturen naar [email protected].